Wellicht komt het als een teleurstelling, maar het is toch echt waar: onder de puriteinen was Luther niet zo populair. Soms vonden de puriteinen hem zelfs meer een hindernis dan een hulp, meer een lastpost dan een vriend. Hoe kwam dat?
Luther had, zoals bekend, eigenlijk maar één onderwerp: de rechtvaardiging voor God door het geloof in Jezus Christus. Als de rechtvaardiging maar goed werd verkondigd, dan was Luther tevreden. Hij had geen moeite met beelden in de kerk, handhaafde de biecht als derde sacrament, voelde geen aandrang om de structuur van de kerkregering te veranderen. Drs. K. Exalto schreef ooit dat Luther eigenlijk een aartsconservatief was. Hij veranderde niet meer dan nodig was, en – in het besef dat er al heel erg veel veranderde – liet hij zaken die niet veranderd moesten worden, graag ongemoeid.
Dit is natuurlijk een heel andere opvatting dan die we bij de puriteinen tegenkomen. De puriteinen willen juist wel een radicale verandering in praktische zaken. Niet alleen de leer moet goed zijn, ook het leven. De praktijk van de kerkregering, van de sacramentsbediening, van de kerkdiensten, van het dagelijkse leven moet op de schop worden genomen. Alles wat nog zweemt naar de rooms-katholieke praktijk moet worden uitgebannen. Wie zo denkt, vindt Luther eenvoudigweg niet aan zijn zijde.
Er is nog een tweede punt. Er waren in de zeventiende eeuw teveel mensen die zich wél op Luther beriepen, voornamelijk de antinomianen. Het antinomianisme kunnen we (met de woorden van Mark Jones) beschouwen als “de onwelkome gast van de Reformatie”.[1] Antinomianen zoals Tobias Crisp, John Saltmarsh en John Eaton beriepen zich buitengewoon vaak op Luther. In Eatons The Honeycombe of Free Justification komen meer dan 100 verwijzingen naar Luther voor.[2] De antinomiaanse schrijvers vonden dat de puriteinen te weinig radicaal waren, en in hun nadruk op levensheiliging en goede werken juist teveel rooms-katholiek, werkheilig en eigengerechtig waren gebleven. Luthers radicale tweedeling van Wet en Evangelie werd door de puriteinen verloochend. De eindeloze aandacht voor berouw, vernedering, schuldbelijdenis en zondekennis vonden de antinomianen teveel op de middeleeuwse duisternis lijken dan op het licht van de Reformatie. Er vond dan ook, aldus de Wayne J. Baker, een werkelijke “battle for Luther” plaats onder de gereformeerde theologen in de zeventiende eeuw.[3]
Hoe gingen de puriteinen om met het antinomiaanse beroep op Luther? Samuel Rutherford, Schots puritein, schreef meerdere boeken tegen het antinomianisme. Hij bespreekt de vraag of de antinomianen inderdaad door Luther worden gesteund. Zijn antwoord was dat de stijl van Luther paste bij zijn karakter en ijver; Luther was “hot, hyperbolicke, vehement”.[4] Om Luther goed te interpreteren, moeten een aantal distincties worden gebruikt die Rutherford aandraagt. Het is natuurlijk wel duidelijk dat de antinomianen zich zo gemakkelijk niet lieten afschepen.
Heeft Luther dan weinig invloed gehad in Engeland? Zijn invloed is vermoedelijk vooral indirect geweest. De Tien Artikelen, de eerste geloofsbelijdenis van de Anglicaanse kerk (1536) waren expliciet luthers in het centrale leerstuk van de rechtvaardiging. Luther zelf was rechtstreeks betrokken bij de formulering ervan. De Augsburgse Confessie van 1530 klinkt door in deze Tien Artikelen.
Kortom, ook de puriteinen waren op fundamenteel niveau luthers. Maar ze hadden geen merkbare behoefte om dat ook met zoveel woorden uit te spreken.
Dr. G.A. (Gert) van den Brink,
Apeldoorn
[1] Mark Jones, Antinomianism: Reformed Theology’s Unwelcome Guest? (Phillipsburg: P&R, 2013).
[2] John Eaton, The Honey-Combe of Free Justification by Christ Alone Collected out of the Meere Authorities of Scripture and Common and Unanimous Consent of the Faithfull Interpreters and Dispensers of Gods Mysteries upon the Same, Especially as They Expresse the Excellency of Free Justification (London: Robert Lancaster, 1642).
[3] J. Wayne Baker, ‘Sola Fide, Sola Gratia: The Battle for Luther in Seventeenth-Century England’, Sixteenth Century Journal 16, nr. 1 (1985): 115-33.
[4] Samuel Rutherford, A Survey of the Spirituall Antichrist Opening the Secrets of Familisme and Antinomianisme in the Antichristian Doctrine of John Saltmarsh, and Will. Del, the Present Preachers of the Army Now in England, and of Robert Town, Tob. Crisp, H. Denne, Eaton, and Others ... in Two Parts (London: Andrew Crooke, 1648), 1:86.