8 september 2023
Jaarlijks gaan een aantal masterstudenten geheel vrijwillig op ‘retraite’, zoals dat volgens de jaaragenda van de TUA wordt genoemd. Dit zou wellicht de indruk kunnen wekken dat het hier om een snoepreisje gaat, doch het tegendeel is het geval. Hoewel er deze dagen heerlijk gegeten kon worden en er mogelijkheden waren tot ontspanning, waren het intensieve dagen. We werden onderwezen en gaven elkaar onderwijs wanneer we elkaars preken bespraken en bekritiseerden. Er moesten twee preken gemaakt worden over Hosea 3:5 en Handelingen 8:8. Daarnaast moesten we een preekschets maken over de Heidelbergse Catechismus, Zondag 44. De bespreking hiervan leverde hier en daar wat vragen op, die we met elkaar niet altijd konden beantwoorden. Gelukkig was prof. Kater ook aanwezig om over onze vragen en kwesties iets te zeggen. Deze colleges homiletiek, want daar leek het uiteindelijk toch wel op, waren erg leerzaam en helpend.
Daarnaast kwam de spreekvaardigheidtrainer van de TUA, mevrouw Duijzer-Algra, langs om ons praktische tips te geven over het gebruik van de stem. We leerden om hoog en laag, snel en langzaam, hard en zacht te spreken. Met behulp van oefenzinnen mochten we dit klassikaal gaan oefenen. De uitvoering daarvan was voor de meesten geen probleem. Een enkeling vond het toch wat ongemakkelijk, wanneer hij geacht werd om de zin “De buurvrouw bakt al tien jaar heerlijke appeltaarten voor ons” zo duidelijk en enthousiast mogelijk uit te spreken. Desalniettemin waren de oefeningen en de tips die we meekregen zeer nuttig en leerzaam. U vraagt zich misschien af waarom logopedie nodig is. Wel, de logopediste maakt dat als volgt duidelijk: een goede Boodschap verdient een goede spreker.
Er kwam ook nog een andere gastspreker langs, namelijk ds. Schenau. Hij gaf ons praktische tips over het preekproces, bestaande uit de zeven v’s: verkenning, vertaling, verwijzing, verklaring, verwerking, verstilling, verwoording. Daarnaast gaf hij uitleg over zijn favoriete homiletisch werk ‘Boris op de berg’ van Dick Bruna. Het gaat in de preek om eenvoud, enkele duidelijke lijnen en het belangrijkste is wel dat het licht/Licht moet opgaan.
Er mocht, naast onderwijs, ook ontspanning zijn. In de omliggende natuur kon er gewandeld worden, indien het weer dat toeliet. Al wandelend hebben we elkaar steeds beter leren kennen. ’s Avonds kon er gezellig bij de open haard worden gezeten onder het genot van een drankje (bitterballen waren er helaas niet). Kortom, het waren ‘rycke’, nuttige en leerzame dagen.
Gerben Glasbergen, masterstudent