22 september 2022
We herdenken wat af. Vooral nu we sinds een paar jaar de periode van de Tachtigjarige Oorlog op een afstand van 450 jaar volgen, komt er heel wat langs: de Nederlandse Geloofsbelijdenis (1561), de Heidelbergse Catechismus (1563), de Beeldenstorm (1566), de Synode van Emden (1571). En nu we in 2022 zijn aanbeland, krijgen we een samenballing van gebeurtenissen. Immers, 1572 was met de inname van Den Briel op 1 april en alles wat daarop volgde een belangrijk jaar voor de Opstand in ons land. We kunnen de troepenbewegingen van de geuzen en de Spanjaarden bijna op de voet volgen. Trouwens, dat het herdenken van deze gebeurtenissen niet zonder slag of stoot gaat, bewijst de recente discussie in het Reformatorisch Dagblad over het (vermeende) bloedbad in Zutphen in november 1572. Als een historicus op basis van grondig onderzoek de conclusie trekt dat er volgens hem in het IJsselstadje helemaal geen bloedbad onder burgers heeft plaatsvonden, is Leiden in last.
Toch is het goed om ons te binnen te brengen wat er zich 450 jaar geleden in ons land heeft afgespeeld. Met name ook als het gaat om het ontstaan van de Gereformeerde Kerk in onze contreien. Dat zo’n herdenking aan waarde wint als je het thema vanuit verschillende disciplines benadert, bleek zaterdagmiddag 17 september in Dordrecht. Daar was in de historische Augustijnenkerk een symposium georganiseerd rond het thema ”Dordrecht gereformeerd”. Aanleiding was dat in die kerk op 27 juli 1572 de eerste protestantse kerkdienst werd gehouden, geleid door ds. Johannes Lippius. Hoewel we van die dienst zelf slechts een korte vermelding uit later tijd hebben, krijgt zo’n gebeurtenis toch reliëf als je haar van verschillende kanten in de context van die tijd plaatst.
Bijvoorbeeld door duidelijk te krijgen wat er aan die eerste kerkdienst voorafging. Dat te vertellen was een kolfje naar de hand van Dordtenaar prof. dr. Fred van Lieburg. Hij liet ons horen en zien hoe dat was: de periode vóór de omwenteling, de kerken die er toen waren, de eerste hervormingsgezinden; de komst van de geuzen in juni dat jaar, de mogelijke eerste hagenpreek plus doop onder een grote lindeboom; de bekende statenvergadering onder leiding van Marnix van Sint-Aldegonde; en natuurlijk de figuur van ds. Johannes Lippius, die in juli dat jaar vanuit Wezel naar Dordt was gekomen. Hij zou dus die eerste kerkdienst hebben geleid -ook hier blijkt het tasten naar historisch bewijs voor latere vermeldingen- en werd de eerste gereformeerde predikant van de stad.
Het verhaal kreeg vervolgens nog meer kleur toen dr. Hanna Rijken (PThU) in woord en muziek duidelijk maakte welke kerkmuziek er vóór de Reformatie in de kerken in Nederland klonk. Ze had daarvoor een vocaal ensemble meegenomen waarmee ze gregoriaans, een hymne en polyfone werken uit de periode rond 1550 ten gehore bracht. Het was voor de aanwezigen nog knap lastig om mee te doen met zo’n Latijnse hymne. Ook maakte dr. Rijken duidelijk hoe de kerkmuziek zich na de Reformatie ontwikkelde: bij Luther, bij Calvijn, in Engeland en ten onzent met de psalmzangtraditie in het spoor van Petrus Dathenus.
Dat was het punt waar ikzelf op door mocht gaan. Hoewel we van die eerste protestantse kerkdienst in de Augustijnenkerk geen verslag hebben, kunnen we ons wel een beeld vormen van wat daar gebeurd is, speciaal op het gebied van de gemeentezang. Het is leuk om te ontdekken dat de naam van Lippius staat onder de artikelen van Wezel (opgesteld november 1568), waarin vrij uitvoerig wordt beschreven hoe Petrus Dathenus (waarschijnlijk de opsteller van de artikelen) de zang in de kerk voor zich zag: psalmen, uit zijn eigen berijming van 1566, onder leiding van een voorzanger, met gebruikmaking van psalmborden. Het is vervolgens interessant om te bedenken dat Lippius aanwezig was bij de vergadering in 1574 van de provinciale synode van Dordt (de zogenoemde liturgische synode), waar de broeders fel uitvoeren tegen het gebruik van het orgel. Dat instrument (er was een orgel aanwezig in de Augustijnenkerk in 1572) zal dan vast niet meegedaan hebben die eerste keer. Vervolgens is het boeiend om in dit verhaal de psalmboektraditie van de berijming van Dathenus te betrekken. Juist in het jaar 1572 vestigde zich de drukker Jan Canin in Dordrecht, die nog in dat jaar een groot formaat psalmboek op de markt bracht. Dat kunnen gereformeerden in die eerste tijd dus in handen hebben gehad. Doordat zo’n antieke editie compleet gedigitaliseerd is, kun je de aanwezigen heel makkelijk even laten ‘bladeren’ door zo’n uitgave. En zelfs laten zingen uit het eeuwenoude psalmboek.
Als dan ook organist Rik Melissant nog instrumentale muziek uit de 16e eeuw laat horen, van onder anderen de latere organist van de Augustijnenkerk Henderic Speuy, dan is het plaatje bijna compleet.
Door zo’n multidisciplinaire benadering van die eerste gereformeerde kerkdienst op de plek waar het ooit gebeurde, kom je er heel dicht bij. Zo kan het gegaan zijn, 450 jaar geleden…
Dr. J. (Jaco) van der Knijff, docent liturgiek