19 november 2024
Het was het jaar 384. In de plaats Mosa Trajectum, tegenwoordig bekend als Maastricht, blies de bisschop Sint Servaas zijn laatste adem uit. De vermeende bisschop van Tongeren stond bekend als een vurig voorvechter van het leerstuk van de godheid van Christus, dat door Arius in twijfel getrokken was. Sint Servaas was een van de eerste bisschoppen in Nederland en zijn komst in Maastricht toont aan dat de vroegste aanrakingen met het christendom in ons land reeds op het hoogtepunt van de patristiek plaatsvonden.
Het was hier in Maastricht dat op woensdag 30 oktober een excursie plaatsvond onder leiding van prof. dr. M.A. van Willigen, bijzonder hoogleraar Bijbeluitleg Vroege Kerk. De excursie begon bij de westfaçade van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek. Bisschoppen die in deze kerk gezeteld waren, werden begraven in de Sint-Servaaskerk.
We betraden het gebouw via de zogenaamde Merodekapel. Deze kapel staat bekend om de vurige Mariaverering die er plaatsvond, wat duidelijk zichtbaar werd in het beeld van de Stella Maris, de Sterre der Zee. Het Mariabeeld, een houten beeld van Duitse makelij, draagt deze naam ter herinnering aan een wonder dat in 1684 plaatsgevonden zou hebben. Een Brusselse edelman zou namelijk op zee in een storm terechtgekomen zijn en hopend op behoud in een gebed aan Maria beloofd hebben een altaar voor het beeld in de Merodekapel te financieren. De kerk was echter niet vanouds een Mariale devotiekerk maar was lange tijd een kapittelkerk. Een kapittel was een religieuze gemeenschap die een bepaalde leefregel volgde die voor kanunniken (leden van het kapittel) meestal de Regel van Augustinus was. De leden van een dergelijke gemeenschap moesten het getijdengebed zingen, zich om de armen- en zieken ontfermen en het onderwijs arrangeren. Daarnaast droegen de kanunniken zorg voor de parochie die aan de Onze-Lieve-Vrouwenkerk verbonden was.
Vervolgens bewoog de groep zich naar de Sint-Servaaskerk. De kerk zou zijn gebouwd op het graf van Sint Servaas, over wie een legende zegt dat hij zijn bisschopszetel naar Maastricht verplaatste omdat de inwoners van Tongeren zich niet wilden bekeren. Sint Servaas zou in Maastricht gestorven en, volgens Romeins gebruik, langs de openbare weg begraven zijn. De waardering voor hem als bisschop leidde ertoe op de plaats van zijn graf een kerk ontstond; aanvankelijk een houten kapelletje en later een stenen kerk. Opvallend wat betreft de Sint-Servaas zijn de relieken die ze bezit. Doordat de bisschoppen hier begraven werden, kwamen er vele pelgrims naar de kerk. Relieken werden gedacht wonderen te kunnen verrichten; relieken van Servatius, Monulfus, Gondulfus en Martinus van Tongeren werden in een prachtige gouden, kistvormige schrijn bewaard. Deze zogenaamde ‘noodkist’ werd in tijden van nood door de stad gedragen.
Na een rondleiding in de Sint-Servaaskerk, begaven wij ons naar Hotel Derlon. Hier hadden wij de mogelijkheid om zes meter onder de grond, omringd door Romeinse opgravingen, een avondmaaltijd te nuttigen. Een van de bedienden in het restaurant kon heel mooi vioolspelen en graag wilde hij zijn vaardigheden met de groep delen. De zuivere klanken van zijn instrument galmden door de ruimte, terwijl allen met ontroering de muziek aanhoorden.
De excursie eindigde met een lezing van prof. Van Willigen over de betekenis en de positie van het bisschopsambt in de eerste eeuwen. Na de lezing was er ruimte voor vragen.
Toch was de excursie nog niet voor allen ten einde. Het gebeurde namelijk dat de motor van het voertuig van enkele deelnemers, waaronder ikzelf, niet wilde starten. Prof. Van Willigen en zijn vrouw stonden in dezelfde parkeergarage als wij en ter emotionele ondersteuning wachtten wij allen samen op de komst van de wegenwacht. Zoals men ooit de gouden noodkist met de relieken van onder andere Sint Servaas ronddroeg in de stad bij noodsituaties, kwam de goudgeelkleurige bus van de ANWB ook ons lijden verlichtten. Op een voor leken haast wonderbaarlijke wijze deed de monteur de motor van de roodkleurige auto wederom brullen. Terwijl ik met verwondering en blijdschap keek hoe de monteur zijn gereedschap teruglegde in zijn wagen, dacht ik aan de inwoners van het vroegere Maastricht. De inwoners die ooit Sint Servaas hun stad binnen zagen komen en die vele wonderen mee zouden maken. Althans, wat de legendes betreft. Hoewel men kan twijfelen over het waarheidsgehalte van dergelijke verhalen, is één ding zeker. De almachtige God die door Sint Servaas gediend werd, wilde ook de God der Nederlanden zijn. Deze God zond vele dienaren die de goede boodschap van de opgestane Christus zouden verkondigen in het hele land. Tot op heden blijft God mensen zenden die in een lange lijn van vele dienaren staan. De Maastrichtse kerken en verhalen getuigen van deze lange lijn. Geprezen zij de Here voor Zijn oneindige trouw.
Jean-Luc Fahner, eerstejaarsstudent Bachelor Theologie
Foto's: drs. L.A. den Butter