24 oktober 2019
Nee, dit gaat niet over de vraag of je nu friet of patat moet zeggen. Dat is eigenlijk maar een kleinigheid bij de vraag hoe je de friet eet. Op een bord, uit een bakje of gewoon op tafel? Een van de dingen die ik tijdens de gemeentestage heb leren kennen, zijn de plaatselijke gewoonten. Tot die gewoonten (inmiddels is het traditie geworden) behoort, ergens in den lande, het gebruik om tijdens het startweekend van de kerkelijke jeugd, friet-op-tafel te eten. Dat wil zeggen: op een schoon tafelzeil wordt de zak friet (lees: patat) uitgestort. Vervolgens kun je kiezen voor een klodder mayonaise en/of curry ernaast, en het feest kan beginnen!
Die plaatselijke gewoonten geven stof tot denken, want dat leren we immers op de TUA. Daar leren we ‘denken om te dienen’. Maar waarmee kan ik deze mensen dienen? En zijn ze daar wel gediend van?
Toch valt er ook van de praktijk veel te leren, dat is tenminste mijn ervaring. De ontmoeting met broeders en zusters, jong en oud, is heel hartelijk. Velen vinden zo’n student uit Apeldoorn ook wel interessant. Zo ontstonden er mooie ontmoetingen en waardevolle gesprekken.
Met die ervaringen uit de praktijk van het (christelijke) leven, wordt ook mijn denken weer gediend. Onder andere bij het schrijven van een preek. In de theorie gaat het vaak over abstracte stellingen en vereenvoudigde modellen, maar in de praktijk gaat het om mensen. Waardevolle mensen! Maar tegelijk: mensen met complexe en aangrijpende levensverhalen, mensen die bemoedigd moeten worden. En dat kan ook. Enerzijds omdat je zelf als getuige wordt ingeschakeld, maar veel meer nog door te dienen met het levend getuigenis van de opgestane Christus.
Dan wordt het: denken om te dienen. Niet de tradities maken het verschil, maar het getuigenis van Christus. Dat leer ik niet slechts door na te denken, maar vooral door (me te laten) dienen. Even los van de vraag of je wel of niet gediend bent van friet op tafel.
Daan van Vliet, masterstudent op gemeentestage